Vereniging & Stichting

Vereniging & stichting

Er zijn twee mogelijkheden voor de totstandkoming van een vereniging:

  1. oprichting door een mondelinge afspraak of bij onderhandse akte, dat wil dus zeggen: niet bij notariële akte
  2. oprichting bij notariële akte.
    De keuze die de oprichters [het moeten er altijd minstens twee zijn] doen - wel of niet via de notaris - heeft voor de vereniging uiteenlopende rechtsgevolgen.

Doel

Het doel van een vereniging mag uiteraard niet gericht zijn op verstoring van de openbare orde of op aantasting van de goede zeden, noch in strijd met de wet zijn.

Verder kent de wet de beperking dat de vereniging niet ten doel mag hebben winst te maken ter verdeling onder de leden. Overigens is het voor verenigingen allerminst verboden om winst te maken en fondsen te vormen, maar die moeten dan wel ten goede komen aan het gemeenschappelijk doel.

Volledige of beperkte rechtsbevoegdheid

De huidige wetgeving kent alle verenigingen rechtspersoonlijkheid toe, maar maakt tegelijkertijd een onderscheid tussen:

  • verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid [de verenigingen, waarvan de statuten in een notariële akte zijn opgenomen]
  • verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid [de andere verenigingen

Rechtsbevoegdheid wil zeggen, dat de vereniging zelfstandig drager van rechten en verplichtingen is.

Statuten

Bij de oprichting vormen de statuten het belangrijkste stuk; het is als het ware de grondwet van de vereniging. Vaak wordt daarnaast een huishoudelijk reglement opgesteld, waarin uitvoeringsbepalingen en/of aanvullingen zijn opgenomen van in de statuten neergelegde regels.
Bijvoorbeeld: de wijze van aanvragen van het lidmaatschap, de wijze van contributie-betaling, de besluitvorming binnen het bestuur, het gebruik van het clubhuis, enz.

Wordt de vereniging bij notariële akte opgericht dan moeten in ieder geval de volgende punten in de statuten worden opgenomen:

  • de naam van de vereniging en de gemeente in Nederland waar zij gevestigd is
  • het doel van de vereniging
  • de verplichtingen die de leden hebben tegenover de vereniging, of de wijze waarop deze verplichtingen kunnen worden opgelegd
  • de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering
  • de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders
  • de bestemming van het batig saldo van de vereniging in geval van ontbinding of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.

De akte moet in het Nederlands worden opgesteld en de notaris is ervoor verantwoordelijk dat aan de bovengenoemde vereisten wordt voldaan.
Het verdient aanbeveling de statuten zo volledig mogelijk te maken. Waar de statuten geen uitsluitsel geven is de wet van toepassing. Als er sprake is van wijziging van de statuten, dan moet de algemene ledenvergadering daartoe een uitdrukkelijk besluit nemen. Als de statuten zijn vastgelegd in een notariële akte, dan zal vervolgens de notaris de wijziging in een nieuwe notariële akte moeten vastleggen.
Bestuurdersaansprakelijkheid

Bij de beoordeling van mogelijke aansprakelijkheid van bestuurders tegenover de vereniging staat centraal de wettelijke regel: iedere bestuurder moet zijn bestuurstaak behoorlijk vervullen.

Uitgangspunt van de wet is een collectieve aansprakelijkheid van het bestuur, als onbehoorlijk besturen schade voor de vereniging veroorzaakt en het bestuur daarover een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Ieder jaar moet de ledenvergadering het jaarverslag en het gevoerde beleid goedkeuren. Daarna geldt die collectieve aansprakelijkheid van het bestuur niet meer. In geval van faillissement van de vereniging kan de faillissementscurator onder omstandigheden het initiatief nemen tot aansprakelijkstelling van de (ex)bestuurders.

De aansprakelijkheid van bestuurders tegenover derden (niet leden) ontstaat allereerst als de vereniging niet is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Tevens - en dit vormt de belangrijkste grond voor bestuurdersaansprakelijkheid - kan de bestuurder tegenover een derde persoonlijk aansprakelijk zijn voor het plegen van een onrechtmatige daad of een wanprestatie, dan wel wegens misleiding. Maar dan moet de bestuurder wel vooraf geweten hebben dat de vereniging niet tot nakoming van de verplichtingen in staat zal zijn. De overige bestuurders kunnen ook worden aangesproken als gehandeld is op basis van een collectief bestuursbesluit.

Een duidelijk verschil op dit punt tussen de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en die met beperkte rechtsbevoegdheid is, dat bij een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid de bestuurders die de 'beperkte' vereniging binden (bijvoorbeeld bij aanschaf van verenigingsartikelen) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van die vereniging. De (kandidaat-)notaris kan u hierover verder informeren.

Stichting

De stichting kan uitsluitend worden opgericht bij notariële akte of bij testament.
De stichting is een rechtspersoon, d.w.z. de stichting bezit volledige rechtsbevoegdheid en is zelfstandig drager van rechten en verplichtingen.

Doel

Voor zo ver de stichting ten doel heeft uitkeringen te doen (en dat zal toch meestal het geval zijn), zijn deze uitkeringen beperkt tot het ideële, sociale terrein. Met name het 'sociale terrein' is een zeer ruim begrip, waaraan in overleg met de (kandidaat-)notaris een goede omschrijving moet worden gegeven.

Het doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan haar oprichters of aan hen die deel uitmaken van organen binnen de stichting (zoals het bestuur). Het betalen aan oprichters of bestuurders van door hen gemaakte onkosten of het vergoeden van ter beschikking gestelde tijd (mits reëel) is toegestaan.

Statuten

Statuten In de oprichtingsakte moeten (een wettelijke verplichting) de statuten van de stichting worden opgenomen waarbij in ieder geval moet zijn geregeld:

  • de naam van de stichting met het woord stichting als deel van de naam;
  • de gemeente in Nederland waar zij gevestigd is;
  • het doel van de stichting;
  • de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders;
  • de bestemming van het batig saldo van de stichting in geval van ontbinding of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
  • besluit van het stichtingsbestuur, in een nieuwe notariële akte moeten worden vastgelegd.

De akte moet in het Nederlands worden opgesteld en de notaris is ervoor verantwoordelijk dat aan de bovengenoemde vereisten wordt voldaan. Tevens worden vaak in de statuten opgenomen de verplichtingen en bevoegdheden van het bestuur alsmede de wijze waarop bestuursleden worden benoemd en ontslagen. Wijziging van de statuten zal steeds, na een daarop gericht besluit van het stichtingsbestuur, in een nieuwe notariële akte moeten worden vastgelegd.

Bestuursaansprakelijkheid

Bij de beoordeling van mogelijke aansprakelijkheid van bestuurders tegenover de stichting staat centraal de wettelijke regel: iedere bestuurder moet zijn bestuurstaak behoorlijk uitoefenen.
Uitgangspunt van de wet is een collectieve aansprakelijkheid van het bestuur, als onbehoorlijk besturen schade voor de stichting veroorzaakt en de bestuurder daarover een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

In geval van faillissement van de stichting zal de faillissementscurator het initiatief kunnen nemen tot aansprakelijkstelling van de [ex]bestuurders. De aansprakelijkheid van stichtingsbestuurders tegenover anderen ontstaat allereerst als de stichting niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Overigens zal bij de oprichting van de stichting de notaris meestal zorgdragen voor inschrijving. Tevens (en dit vormt de belangrijkste grond voor bestuurdersaansprakelijkheid) kan de bestuurder tegenover anderen persoonlijk aansprakelijk zijn voor het plegen van een onrechtmatige daad, of een wanprestatie, dan wel wegens misleiding. Maar dan moet de bestuurder wel vooraf geweten hebben dat de stichting niet tot nakoming van de door hem aangegane verplichtingen in staat zal zijn.
De overige bestuursleden kunnen ook worden aangesproken als gehandeld is op basis van een collectief bestuursbesluit. De (kandidaat-)notaris kan u hierover nader kunnen informeren